De rol van Gresse
In Gresse verliep deze periode deels parallel met de hierboven beschreven gebeurtenissen
van de Vercors, maar er is ook een eigen geschiedenis die reeds voor 21 juli
begint. Op 4 juli werd een konvooi Nazitroepen door de Maquis aangevallen op
de Col de l'Allimas. Zeventien Duitse soldaten verloren hierbij het leven en
werden begraven in La Bâtie. Het konvooi kon deze aanval afslaan en begaf
zich naar Gresse. Daar werden burgers en maquisards gevangen genomen en gefusilleerd,
Uclaire werd in brand gestoken, aangezien dat in feite een steunpunt van de
Maquis was. In La Ville werden opslagplaatsen van wapens ontdekt, de eigenaar
van het huis werd gefusilleerd. In Les Puits, vlakbij Uclaire, werden ook wapens
ontdekt. De boerin werd levend in haar boerderij verbrand. Jonge maquisards
probeerden via de Pas de la Ville en de Pas de Berrièves naar de Hauts
Plateaux te ontsnappen. Maar ook die passen moesten worden verdedigd tegen de
Nazitroepen. De namen van de Franse maquisards die daar sneuvelden, zijn nog
te lezen op herdenkingsplaten die daar aan de rotsen bevestigd zijn.
Alle mannen tussen 17 en 40 jaar werden bijeen gedreven in een gebouw van het
gemeentehuis, daarna volgde intimidatie, ondervraging, foltering, fusillering
of deportatie naar Mauthausen, Melk en Ravensbrück. Uiteindelijk verloren
15 mensen uit Gresse het leven in deze slachtpartij. Hun namen zijn te lezen
op het gedenkteken bij het gemeentehuis, vlakbij de plaats waar de slachting
plaatsvond. Een algemeen gedenkteken staat in La Ville iets voor Sport 2000.
Voor de tweede keer verloor Gresse een aanzienlijk deel van zijn bevolking als
een gevolg van de inval en oorlogsvoering van Duitse troepen op Frans grondgebied.
De invloed van deze gebeurtenissen op de samenleving in Gresse kan moeilijk
worden overschat.
In geologisch opzicht mag Gresse een deel van de Vercors zijn, maar vanuit geografisch
en politiek oogpunt behoorde Gresse altijd bij de Trièves. Na de Tweede
Wereldoorlog diende Gresse het verzoek om in het vervolg Gresse-en-Vercors te
heten. Men gebruikte hierbij het argument dat een dorp dat zoveel bloed had
geofferd voor de vrijheid van de Vercors, ook bij de Vercors hoorde. Het verzoek
werd ingewilligd.
Het gedenkteken van de gevallen Maquisards op de Pas de la Ville