De rol van Hoofdstuk 1
GRESSE ALS EEN ECOSYSTEEM
Het is altijd moeilijk om een ecosysteem te definiëren. Zo kun je zeggen
dat een plasje op een bospad een ecosysteem is. Er is water van een zekere samenstelling;
in het plasje zitten specifieke beestjes, waarvan de aanwezigheid wordt bepaald
door de kenmerken van het desbetreffende water. Maar ook een bos is een ecosysteem.
Je kunt alle samenhangen van de planten en dieren in dat bos beschrijven, waarbij
je ook aandacht dient te besteden aan de abiotische factoren: het licht, de
bodem, het klimaat, etc. En tenslotte kun je ook beweren dat de aarde een ecosysteem
is, dat kan blijven draaien onder invloed van de zon die de levensmogelijkheden
schept.
Het is moeilijk het ecosysteem precies af te bakenen. Een ecosysteem ontvangt
immers altijd invloeden van buiten; het is nooit helemaal gesloten. Zo trekken
nogal wat vogels in het najaar weg naar het zuiden. Dat betekent dat de voedselomstandigheden
in die overwinteringsgebieden weer een rol spelen bij het voorkomen van bepaalde
vogelsoorten in een gebied als de Vercors. De vraag is dus gerechtvaardigd waar
de grens van een ecosysteem ligt.
Wetenschappelijk gezien zal men er zelden in slagen een bevredigende grens te
leggen voor een ecosysteem; er is altijd wel één of andere factor
die je niet buiten beschouwing kunt laten. We nemen in dit geval genoegen met
deze tekortkomingen, omdat het behandelen van de Vercors als een ecosysteem
grote voordelen biedt. Op die manier kan men immers duidelijk maken wat de ecologische
samenhangen zijn. Hoe komt het dat uitgerekend een bepaalde soort zo veel in
het gebied voorkomt? Een betere kennis van de onderlinge samenhang der verbanden
kan dan de aanzet tot een verklaring zijn. We nemen dan op de koop toe, dat
er wel eens een los eind blijft liggen dat we niet in de beschouwing betrekken
of dat niet in onze analyse past.
Bij een ecosysteem denkt men meestal aan geheel natuurlijke processen, waarbij
de mens geen of slechts een ondergeschikte rol speelt. Voor de Vercors kun je
zo'n benadering niet volhouden. Het gebied is al vanaf de Bronstijd bewoont
en hoewel de Vercors ook voor Franse begrippen dun bevolkt is, heeft de mens
er eeuwenlang invloed uitgeoefend. De schaal waarop dit gebeurde, is echter
tot voor kort beperkt geweest. We gaan er dan ook vanuit dat de mens in de Vercors
een onderdeel van het ecosysteem is. De manier waarop mensen in de Vercors hun
middelen van bestaan hebben opgebouwd, zal dan ook op deze manier worden benaderd.
Dat geeft ons ook de mogelijkheid aan te geven in welk opzicht recente ontwikkelingen
op gespannen voet staan met een ongestoorde bescherming van het ecosysteem.
Hoewel een ecosysteem steeds als een geheel wordt gezien, is een bespreking
ervan alleen maar mogelijk als we de onderling samenhangende delen apart bespreken
en analyseren. Wat zijn de belangrijkste componenten van het ecosysteem in de
Vercors? Eén van de belangrijkste delen is de bodem. Waar bestaat die
uit? Waarom zijn er hier bergen en hoe zijn die gevormd? Welke invloed heeft
dat op het huidige voorkomen van planten en dieren? Een tweede factor is het
klimaat. Waarom kan het hier zo hard sneeuwen en vriezen, terwijl we in Zuid-Frankrijk
zijn? En welke invloed heeft dat dan weer op planten en dieren?
Gresse in de winter
Hoofdstuk 1
Pagina 1
Een andere belangrijke factor is de invloed van menselijk handelen. Hoe hebben
mensen in het verleden hun middelen van bestaan opgebouwd en welke invloed heeft
dat gehad op flora en fauna? En tenslotte dient aan de orde te komen wat de
meest kenmerkende soorten planten en dieren van het gebied zijn. En uiteraard
is dan weer de vraag welke andere delen van het ecosysteem - bodem, klimaat,
menselijk handelen - dit voorkomen beïnvloeden. In de volgende hoofdstukken
zullen wij achtereenvolgens deze componenten van het ecosysteem bespreken.
Hoofdstuk 2
DE BODEM VAN DE VERCORS
De Vercors is een plateau dat ingeklemd ligt tussen de vallei van de Drac in
het oosten, de Drôme in het zuiden en de Isère in het noordwesten.
Die valleien liggen op een hoogte van slechts enkele honderden meters, terwijl
het plateau van de Vercors aan de randen maar op enkele plaatsen lager is dan
1000 meter. Het gebied ligt dan ook als een grote puist tussen deze rivieren.
Als je in de valleiën van de genoemde drie rivieren bent, moet je steeds
je hoofd een beetje in de nek leggen om de rand van de Vercors te zien.
Het plateau bestaat eigenlijk uit twee delen. De keten waarvan de Grand Veymont
een deel is loopt er noord-zuid doorheen. De as van deze keten ligt oostelijk
van het midden van het gehele plateau. Het gevolg is dat er een groot westelijk
subplateau is en een kleiner oostelijk deel, waarop Gresse ligt. De Grand Veymont
is met 2341 meter het hoogste punt van deze keten. Het is een bijzondere keten,
want het is de langste ononderbroken keten van de Alpen. Van de Bec de l'Echaillon
in het noorden van deze keten tot aan de Glandasse in het zuiden bij Die is
het 63 km. De totale oppervlakte van het Parc Naturel Régional du Vercors,
dat wat groter is dan het plateau, is 1750 km2, dat is bijna de helft van de
Nederlandse provincie Noord-Brabant.
De Vercors ligt op een speciale plaats in de Alpen. Het is namelijk het meest
westelijke deel van de Alpenboog. De Mont Ventoux is de enige Alpenberg die
nog ietsje verder naar het westen ligt dan de Grand Veymont; maar die berg staat
min of meer geïsoleerd en is daardoor geen onderdeel van de Alpenboog..
Als je op een heldere dag op de top van de Grand Veymont staat, kijk je naar
het westen recht over de vallei van de Rhône en over de bergen van de
Cevennes heen. In het hoofdstuk over het klimaat wordt besproken welke invloed
dit heeft op de Vercors.
De geologische opbouw van het plateau van de Vercors is complex. De onderscheidbare
lagen zijn in verschillende geologische perioden gevormd. Het heeft weinig zin
die hier en detail te bespreken; we beperken ons hier tot de grote lijnen.
Het belangrijkste punt bij de opbouw van de bodem is dat de hele Vercors uit
kalk bestaat. In feite is de Vercors één van de grootste kalkplateaus
van Europa. Deze kalkafzettingen vonden tientallen miljoenen jaren geleden -
meestal in Jura of Krijt - plaats in een zee, waarin de kalkskeletjes van de
in de zee voorkomende dieren bij hun dood langzaam naar de bodem zakten. Omdat
het hier over zeer lange perioden gaat, vormden zich op de bodem van die zee
een laag van kalkskeletjes van vele honderden meters dik. In de periode van
de zogenaamde alpiene plooiing toen de gehele Alpen werden gevormd, werden deze
lagen opgeheven en vervolgens geplooid. Die plooiing gebeurde in de Vercors
op de meeste plaatsen van west naar oost.
Door de plooiing kwamen op de flanken van de plooien bepaalde lagen verticaal
te staan. Hierdoor konden rechtopstaande zachte lagen relatief gemakkelijk door
het afspoelende water worden weg geërodeerd. Dat gebeurde ook aan de oostkant
van de keten van de Grand Veymont, waar je vanuit de picknickplek boven het
huis op uitkijkt. De plooiingen lagen hier aan de oostkant steiler en de zachte
lagen erodeerden weg, waardoor de harde lagen die nu de oostkant van de keten
vormen bleven staan.
Hoofdstuk 2
Pagina 1
Als we vanaf de picknickplek naar het oosten kijken, zien we dat de hellingen
langzaam naar boven lopen net als aan de westkant van de Grand Veymont. Maar
op de kam bij de Pas de Serpaton vallen de steile gesteentes die niet zijn geërodeerd
ook weer recht naar beneden. We hebben hier dan ook met eenzelfde soort plooi
te maken als bij de Grand Veymont. Gresse ligt precies tussen de twee plooien
in.
Door dit proces van verwering na de gebergtevorming liggen de oude lagen in
de Vercors niet altijd onder jonge lagen, zoals het normaliter behoort. In het
geval van de keten van de Grand Veymont zijn de jongste lagen aan de buitenkant
van de schil immers weg geërodeerd omdat ze zacht waren en het gevolg is
nu dat de jonge lagen op deze plaats verdwenen zijn en de hardere oudere lagen
aan de oppervlakte liggen. Ditzelfde patroon vinden we op tal van plaatsen terug
in de Vercors.
De Mont Aiguille die je heel fraai kunt zien vanaf het pad naar de Col de Serpaton
of vanaf de Col de l'Allismas is een kolos die aan alle kanten steile wanden
heeft. Dit is eigenlijk niets anders dan een bastion van harde lagen die zijn
blijven staan, terwijl overal om de berg heen de zachte lagen zijn weg geërodeerd.
Hoe mooi de berg ook is, het is eigenlijk niets anders dan de ruïne van
de plooien die er gelegen hebben.